Het voortgezet onderwijs

Binnen het voortgezet onderwijs zijn er verschillende niveaus: praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo.

Praktijkonderwijs

Kleine klassen, onderwijs op maat en veel ruimte voor praktijklessen in techniek, groen, koken en/of verzorging: praktijkonderwijs leidt leerlingen direct op voor de arbeidsmarkt, zodat zij vanaf hun 18e jaar al een baan kunnen hebben. Naast praktijklessen krijgen leerlingen onderwijs in taal, rekenen, wereldoriëntatie en Engels.

Vanaf het derde jaar lopen leerlingen onder begeleiding op verschillende plekken één dag per week stage. Op basis daarvan kiezen zij de richting waarin zij verder willen leren. In de jaren daarna lopen zij twee, drie of vier dagen per week stage. Op school kunnen leerlingen certificaten behalen in vakken die nauw aansluiten op hun stage. Leerlingen die sterk zijn in bepaalde vakken, kunnen vmbo-leerstof aangeboden krijgen. In samenspraak met de ouders komt er voor elke leerling een persoonlijk ontwikkelingsplan.

Na zes jaar gaan de meeste leerlingen aan het werk. De school helpt bij het vinden van een baan; vaak is dat bij het stagebedrijf uit het laatste jaar. Indien nodig is jobcoaching in de eerste betaalde baan mogelijk. Enkele leerlingen kunnen doorstromen naar de Entree-opleiding van het ROC. Is die overstap mogelijk, dan begeleidt de school ook dat traject.

Vmbo

Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) duurt vier jaar. De opleiding kent vier leerwegen:

  • de theoretische leerweg (vmbo-tl of mavo)
  • de gemengde leerweg
  • de kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-kader)
  • de basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-basis)

Voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben, bieden sommige vmbo-scholen leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). Leerlingen krijgen dan extra aandacht, bijvoorbeeld in de vorm van kleinere klassen, huiswerkbegeleiding of bijlessen. De school beslist of uw kind in aanmerking komt voor lwoo.

Na het vmbo gaan de meeste leerlingen naar het mbo. Met een diploma in de gemengde of theoretische leerweg kun je – onder bepaalde toelatingsvoorwaarden – naar de havo.

Havo & vwo

De havo-opleiding (hoger algemeen voortgezet onderwijs) duurt vijf jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Het vwo duurt een jaar langer en bereidt leerlingen voor op een studie aan de universiteit. Tot het vwo behoren het atheneum en het gymnasium; op deze laatste opleiding doen leerlingen examen in Grieks en/of Latijn.

Na de derde klas van havo en vwo kiezen leerlingen een profiel. Er zijn vier profielen:

  • natuur en techniek;
  • natuur en gezondheid;
  • economie en maatschappij;
  • cultuur en maatschappij